Mishandelde kinderen worden overgeslagen

Onderzoek van het Verweij-Jonker Instituut naar de effecten van de aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling in de 4 grootste gemeenten, liet enkele schokkende resultaten zien. In de helft van de gezinnen waar hulpverleners zijn betrokken, is er na anderhalf jaar nog steeds sprake van excessief gezinsgeweld. Bijna twee op de drie mishandelde kinderen (59%) krijgen, ondanks de hulp aan hun ouders, zélf geen enkele vorm van hulp aangeboden. Dit terwijl volgens de onderzoekers zeker een derde van de kinderen lijdt aan een klinisch trauma. Slechts 18 procent van de getraumatiseerde kinderen krijgt hiervoor uiteindelijk hulp. De Kinderombudsman en het Kinderrechtencollectief vinden deze cijfers, na de vele Kamerdebatten waarin deze tekortkomingen al zijn besproken, onaanvaardbaar. Voor kinderen worden de gevolgen van gezinsgeweld nog steeds onderschat.

Een serieuze wake–up call

Volgens het onderzoek “Preventie van kindermishandeling. Van papier naar werkelijkheid” van de Kinderombudsman, heeft de meerderheid van de Nederlandse gemeenten beleid op papier staan om kindermishandeling te voorkomen. Dit blijkt te vaak een papieren tijger. Ruim de helft van de gemeenten geeft aan niet te monitoren hoeveel mishandelde kinderen er in de gemeente zijn. Maar liefst 77% van de gemeenten zegt noch de inzet van preventieprogramma’s kindermishandeling, noch de effecten ervan te monitoren. Belangrijke preventiedoelstellingen die de afgelopen jaren onder de aandacht zijn gebracht, ontbreken in het beleid van veel gemeenten. De Taskforce Kindermishandeling, onder leiding van burgemeester Van der Laan, noemde dit rapport dan ook “een serieuze wake-up call”. Mede door de inzet van de Taskforce maken nu 150 gemeenten gebruik van het Kind-Veilig preventiepakket dat de Kinderombudsman met Augeo, Bernard van Leer Foundation en Stichting Kinderpostzegels aanbiedt. Er zijn echter nog veel meer stappen nodig.

Verantwoordelijkheid Rijksoverheid blijft, ook na transitie van het stelsel

De Kamercommissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) vergadert vandaag over kindermishandeling. Volgens het VN-Kinderrechtenverdrag draagt de Rijksoverheid, ook bij een decentralisatie van het jeugdstelsel, de (eind)verantwoordelijkheid om het geweld tegen kinderen te voorkomen en passende hulp te realiseren voor álle slachtoffers. In de lijn van het VN-kinderrechtencomité vragen de Kinderombudsman en het Kinderrechtencollectief aan de Rijksoverheid om samen met de gemeenten te komen tot een nationaal en gecoördineerd actieplan. Dit met het doel om kindermishandeling in een periode van drie jaar met minstens 50% te verminderen.

Daarnaast vragen de Kinderombudsman en het Kinderrechtencollectief van de overheid om te realiseren dat de nieuwe Advies- en Meldpunten Kindermishandeling en Huiselijk Geweld (AMHK’s), de veiligheid en het herstel van mishandelde kinderen langdurig en systematisch in kaart brengen. Het mag niet meer zo zijn dat wetenschappelijk onderzoek, zoals het hierboven geciteerde onderzoek, de enige manier is om inzichtelijk te krijgen of hulpverlening wel effect heeft. Voor ieder mishandeld kind moet een veiligheidsplan en een herstelplan worden opgesteld waarvan de resultaten structureel worden gemonitord door de betrokken hulporganisaties. Tot slot roepen de Kinderombudsman en het Kinderrechtencollectief de overheden op om nu echt te regelen dat mishandelde kinderen zelf hulp krijgen voor hun eigen problemen: preventie van mishandeling in toekomstige generaties, begint bij het bieden van hulp aan de slachtoffers van nu.