De Kinderombudsman reageert daarmee op het wetsvoorstel van het CDA om een omgangsrecht voor grootouders expliciet in de wet op te nemen. Opa's en oma's die hun kleinkinderen na een scheiding niet of nauwelijks meer kunnen of mogen zien, moeten volgens het CDA aanspraak kunnen maken op een omgangsregeling, net als in Duitsland en Belgiƫ. Op dit moment moeten grootouders, om een omgangsverzoek bij de rechter te kunnen indienen, aantonen dat zij een 'nauwe persoonlijke betrekking' met het kind hebben. Volgens het CDA moet die drempel verwijnen uit de wet.

Marc Dullaert: "Ik vind het goed dat het belang van de relatie tussen grootouders en kleinkinderen aandacht krijgt. Na scheiding van de ouders wordt die band nog te vaak verbroken, tot verdriet van grootouders en kinderen." De rechterlijke toets of contact met opa en oma in het belang van het kind is, moet echter overeind blijven, vindt Dullaert. "Het kind moet te allen tijde centraal staan. Soms maken grootouders jammer genoeg deel uit van de strijd van een vechtscheiding. Dan is het voor het kind misschien minder belastend als ze opa en oma niet zien."

De Kinderombudsman is er voorstander van om ouders tijdens de scheiding te laten nadenken over de gevolgen voor de kinderen als het contact met opa en oma wordt verbroken. Het zou goed zijn als er in het verplichte ouderschapsplan standaard iets wordt opgenomen over de omgang met andere familieleden. Dullaert: "Grootouders kunnen een belangrijke rol spelen door het bieden van een stabiele, warme plek voor kinderen, ook als er thuis ruzie is. Maar als grootouders het conflict tussen ouders voeden, of kinderen meetrekken in de strijd, kan dit schadelijk zijn voor kinderen. Een omgangsregeling is dan niet in hun belang."

Position paper kleinkinderen en omgang na scheiding - 1 april 2015